Voorbereidingen om patronen te knippen uit je stof zijn het halve werk, ook bij patroontekenen.

Was de stof voor:

• Je gaat de stof voorwassen om te voorkomen dat je kledingstuk achteraf gaat krimpen (en dus niet meer past)

• Stoffen worden behandeld met chemicaliën om bv kleuren te fixeren, de stof waterafstotend te maken, ook weekmakers worden gebruikt om stoffen minder breekbaar te maken. En als laatste worden ook chemische middelen gebruikt om te stoffen te beschermen tegen mot bv.

Al deze stoffen zijn niet zo vriendelijk voor onze gezondheid en gaan we er eerst uitwassen.

• Strijken: Wanneer de stof droog is gaan we deze strijken, anders kunnen we ons patroon er niet mooi vlak opleggen.

• Knip alle patroondelen uit en let erop, sommige delen knip je 2x of meer. Dit staat op het patroondeel. Let erop dat je daar plaats voor voorziet.

Leg je stof met de zelfkanten op elkaar: vouw de stof met de goede kanten naar binnen dwz: de kant die je te zien krijgt wanneer je de kleding aan hebt is naar binnen geplooid. (wat is de zelfkant: dit zijn de geweven zijkanten van de stof in de lengterichting)

Op die zelfkant staat vaak iets gedrukt zoals op de tekening, of er zitten kleine gaatjes in ( zo komt de stof uit de weefmachine om op te spannen.

Heb je een effen stof is de mooiste kant wellicht de goede kant van de stof. Als er gaatjes zitten in de zelfkant zit de effen kant van de gaatjes aan de goede kant van de stof. De averechtse zijde bevat dan gaatjes die er ietwat uitgedrukt komen, ze zijn ietwat verhoogd. In volgende afbeelding is dit de goede kant van de stof. Je ziet nl geen puntjes er bovenuit steken.

• Bij sommige stoffen zoals fluweel of ribfluweel zit er een vleug aan de stof. DWZ als je over de stof wrijft blijft de stof plat in de ene lengterichting en staan de haren overeind in de andere richting. Dit geeft een kleurverschil als je je patroondelen niet in dezelfde richting legt. Wij raden altijd aan je patroondelen in dezelfde richting te leggen, niet enkel voor fluweel, vaak is er ook een kleurverschil.
  Hoe leg je de vleug van fluweel? De vleug loopt altijd van beneden naar boven.

  als je over de stof wrijft in de lengterichting en de vezel ligt plat

  Niet overeind dus, ligt hij een rok of pantalon of jurk deze altijd onderaan de zoom. Als je je kledingstuk aan hebt en je wrijft van onder naar boven liggen de vezels plat. Je legt de stof zo omdat je dan de mooiste kleur van de stof krijgt.

• Nu begin je met je patroondelen op de stof te leggen, de patroondelen die tegen de stofvouw moeten liggen (staat of patroon of schreef je er zelf op als je deze zelf tekent) leg je tegen de stofvouw, bv Middenvoor en Middenrug.
• De recht van draadaanduiding op het patroon (vaak aangegeven door een pijl) ligt evenwijdig met de zelfkant van de stof. Dit is heel belangrijk daar je stof anders valt als je deze schuin van draad knipt. Bij sommige patronen moet dat, maar dan staat het er ook op.
• Bij asymetrische patronen, waar je bv maar 1x de voorkant knipt, leg je je patroon op enkele stof en leg je het patroon omgekeerd (averechts, dus met tekst niet leesbaar op de stof)
• Let erop dat je sommige delen in verstevigingsstof moet knippen.

Speld alles op het patroon en kijk alles goed na voor je echt gaat knippen